Chrissy Dimitriou. Under the spotlight of observation
In dit doctoraatsproject onderzoekt Chrissy Dimitriou wat er gebeurt als we een uitvoering observeren. Experimenten in de kwantummechanica hebben aangetoond dat waarnemer en waargenomene verbonden zijn in een kwantumafhankelijkheid, waarbij de waarnemer de toestand van het waargenomen systeem merkbaar verstoort, beïnvloedt en bepaalt. Wanneer men de etymologie van het Griekse passieve werkwoord προ-βάλλομαι bekijkt, dat “geprojecteerd worden” betekent, vindt men dat het een synthese is van het voorvoegsel προ- en het werkwoord βάλλομαι, dat letterlijk “geraakt, beïnvloed, aangevallen worden” betekent. Dit bevestigt de waarnemingsparadox van de kwantummechanica en impliceert dat waargenomen worden, betekent dat de energie van de waarnemer wordt ontvangen.
Het concept theater onthult deze visuele-waarnemende afhankelijkheid tussen performer en toeschouwer. In zijn boek The Greek Summer merkt Jacques Lacarrière op dat het woord theater komt van het werkwoord “theomai,” zien en gezien worden, en dat het geen toeval is dat de architectuur van het antieke theater lijkt op het beeld van een Oog. De blik van de toeschouwer kan beschouwd worden als de integratie van een basismechanisme waarmee we in het leven kunnen navigeren, ons begrip van de wereld op een zinvolle manier vorm kunnen geven, de notie van identiteit kunnen uitoefenen. Wat gebeurt er wanneer we observeren of wanneer we geobserveerd worden, hoe de pure observatie van een uitvoerend lichaam kan uitgroeien tot zelfreflectie over de kunst van een vreemde, en wat schuilt er achter ons vermogen om iconen te creëren uit beelden?
Luis Mora. Metal-jazz. The use of contemporary progressive rock/metal practices to expand the contemporary jazz soloing idiolect
Met de assimilatie van pedaaltechnieken ontwikkeld door progressive metal-drummers wil dit doctoraatsonderzoek van Luis Mora de expressieve mogelijkheden uitbreiden van drummers in de ritmisch complexe context van hedendaagse jazz. Hiervoor werkt de onderzoeker op drie interagerende fronten: de ontwikkeling van een nieuw vocabularium voor voetenwerk in het verlengde van de jazztraditie; het integreren van recente speltechnische ontwikkelingen uit de progressive metal-praktijk; en de uitbreiding van de jazz-drumkit met extra pedalen.
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetuer adipiscing elit. Maecenas porttitor congue massa. Fusce posuere, magna sed pulvinar ultricies, purus lectus malesuada libero, sit amet commodo magna eros quis urna. Nunc viverra imperdiet enim. Fusce est. Vivamus a tellus. Pellentesque habitant morbi tristique senectus et netus et malesuada fames ac turpis egestas. Proin pharetra nonummy pede. Mauris et orci. Aenean nec lorem.
Luca Piovesan. The co-composition pendulum: Reevaluating the composer-performer relationship
De accordeon is een relatief nieuw instrument in de hedendaagse muziek. Bijgevolg kunnen componisten op weinig literatuur terugvallen om de werking en de sonische mogelijkheden van de accordeon te begrijpen. Bovendien is het bestaande repertoire voor accordeon zeer klein. Zoals de onderzoeker zelf heeft ervaren, worden samenwerkingen met componisten daarom sterk gekenmerkt door een nauwe relatie tussen componist en uitvoerder, waarbij de uitvoerder vaak een actieve rol opneemt bij het creëren van muzikaal materiaal.
Er circuleren heel wat misverstanden over hoe muzikale werken gecomponeerd worden. In de klassieke muzikale traditie wordt het finale werk meestal opgehangen aan de naam van de componist maar de ervaring leert dat dit meestal het resultaat is van co-creatie tussen de (originele) uitvoerder en de componist, vooral in de primaire fase waarin ruw sonisch materiaal wordt ontwikkeld dat als voedingsbodem dient voor de rest van het creatieproces.
Dit doctoraatsonderzoek van Luca Piovesan heeft als doel de spreekwoordelijke barsten in de algemene opinie open wrikken door de werking van de accordeon nog verder voor de componist te verhullen, onder meer door het gebruik van een resem elektronische klankvervormers. Met dit gepersonaliseerde instrument zal de onderzoeker nieuwe samenwerkingen opzetten met componisten en de resultaten van de co-creatieve processen analyseren met de theoretische tools van semiotische en historische analyse.
Piergiorgio Pirro. Spectral techniques in jazz performance
Spectralisme is een houding ten opzichte van muzikale compositie die opkwam in Europa van de jaren zeventig, vooral door het werk van een groep Franse componisten zoals Gérard Grisey en Tristan Murail. Spectrale muziek verlegt de aandacht van discrete muzikale categorieën naar noties van proces, continuïteit, en de verkenning van perceptuele en culturele grenzen.
Het doel van dit doctoraatsonderzoek is de toepassing van spectrale technieken en attitudes in de compositie- en uitvoeringspraktijk van de jazz te bestuderen, en dit vanuit het perspectief van een klavierspeler in de hedendaagse wereld van de digitale muziek. Piergiorgio Pirro heeft een bijzondere interesse in het ontwikkelen van nieuwe geluiden en harmonieën die de mogelijkheden van de gelijkzwevende piano overstijgen, terwijl hij de manieren onderzoekt waarop de verandering naar een spectrale houding het jazzensemble als een creatief collectief beïnvloedt.
Kostas Tosidis. Bow techniques for guitar playing: Arrangements of contemporary works for cello, violin and viola played on the classical guitar
In volledige interactie met het repertoire van instrumenten als cello, viool en altviool wordt getracht technieken te definiëren die tot nu toe niet gebruikt of uitvoerig geanalyseerd werden, met als centraal doel het gitaarspel te optimaliseren. Een groot deel van het onderzoek richt zich op het documenteren van al deze technieken en hun toepassing op het moderne gitaarspel in een methode die tekst en visuele voorbeelden zal omvatten.
Het arrangeren van partituren die oorspronkelijk voor deze orkestinstrumenten werden gecomponeerd vormt een uitdaging voor elke gitaarbewerking, vooral wanneer men technische oplossingen probeert te vinden voor het gebruik van de strijkstok. Een van de werken die Tosidis arrangeert is de cello solo Sacher Variations van Witold Lutosławski (1975). Afgezien van de technische moeilijkheden bij de bewerking, zijn er ook belangrijke problemen wat betreft het gebruik van microtonen en onregelmatige intervallen. Het repertoire van de gitaar is beperkt in vergelijking met dat van de andere snaarinstrumenten, met als gevolg dat weinig vooraanstaande componisten voor de gitaar componeren. Dit onderzoek zal niet alleen het gitaarrepertoire uitbreiden met nieuwe composities, maar ook de grenzen van de technische mogelijkheden van het instrument verschuiven, onder andere door opdrachtwerken van componisten als Atanas Ourkouzounov, Marios Joannou Elias, Feliu Gassul, Marko Dottlinger, Giorgos Nousis en Giannis Papakrassas.
Peter Van Bergen. Improvisatie, interactiviteit en instabiliteit: artistieke transformaties
In tegenstelling tot non-idiomatische improvisatie met menselijke improvisatoren, is het moeilijker om intense en verrassende muziek te maken in interactie met een computer. Ook het concept van improvisatie als een muzikale dialoog is moeilijk herkenbaar voor een computer. In dit doctoraatsonderzoek beoogt Peter van Bergen zijn esthetische opvattingen over muzikale improvisatie en compositie én zijn muzikale ervaringen in het samenspel met menselijke improvisatoren, te vertalen naar een omgeving waarin menselijke muzikale improvisatoren en artificiële improvisatoren (hard- & sofware persoonlijkheden, computers) samenwerken.
Met dit doel zal, in samenwerking met programmeur Johan van Kreij, software voor interactieve en autonome improvisatie worden ontwikkeld, softwaretools waarmee de “ware, onstabiele aard” van improvisatie en compositie kan worden onderzocht en hoor- en zichtbaar wordt in een praktijkcontext. Het onderzoek moet leiden tot nieuw compositorisch-improviserend werk, onvoorspelbare improvisaties met een eigen esthetische signatuur, een nieuwe persoonlijke instrumentale en improvisatietechniek en syntaxis, teksten die artistiek onderzoek beschrijven, en theorie over improvisatie in relatie in relatie tot samenstelling, computers, interactiviteit en instabiliteit.
Tomma Wessel. Instrumentenportret: Blokfluit
In dit doctoraatsonderzoek focust Tomma Wessel op de speeltechnieken en verschillende types van de uitgebreide instrumentenfamilie van de blokfluit. De akoestische eigenschappen, hun repercussies op de klankproductie en nieuwe klankmogelijkheden staan centraal. De verwerking van de resultaten leidt tot een helder conceptueel kader. Uitgebreide klank- en videovoorbeelden dienen als illustratie van het diepgaande onderzoek. Het resultaat zal een voor componisten en spelers toegankelijke website zijn.
Collectieve Creatie
De onderzoeksgroep Collectieve Creatie bestudeert het hedendaags functioneren van creatieve rollen die voortkomen uit de westerse klassieke traditie. Onze activiteiten volgen twee sporen.
Het eerste spoor bestaat uit casusstudies van recente werken. In deze studies nemen we de verhouding tussen componist, partituur en uitvoerder onder de loep, zoals die zich ontwikkelt in de werkelijke artistieke praktijk. We toetsen deze praktische realiteit vervolgens aan noties over auteurschap die mogelijks aanwezig zijn in de discursieve context van het werk.
Het tweede spoor richt zich op het bouwen van collaboratieve creatiestructuren. Deze hebben als doel de grenzen tussen traditionele rollen als de componist, de uitvoerder, en het publiek te verleggen en te vervagen. Op deze manier willen we de machtsstructuren onderzoeken die met deze rollen gepaard gaan en hun effect op muzikale productie bevragen.