Historiek
De bibliotheek wordt opgericht in 1832 en fungeert aanvankelijk als schoolbibliotheek van het pas opgerichte Koninklijk Conservatorium te Brussel.
Voor de toenmalige directeur, Joseph-François Fétis, is deze missie te beperkt. Vanuit muziek-pedagogisch standpunt, gecombineerd met zijn persoonlijke interesse als musicoloog, legt hij de eerste stenen voor een internationaal georiënteerde erfgoedcollectie muziek. Hoogtepunt uit zijn bibliotheekbeleid is in 1841 de aankoop van de Duitse muziekverzameling van Jacob H. H. Westphal met o.m. autografen en handschriften van C. P. E. Bach, Telemann en Hertel.
François-Auguste Gevaert, tweede directeur van het conservatorium, zet het beleid van Fétis verder. Op zijn beurt koopt hij, in samenwerking met bibliothecaris Alfred Wotquenne, een andere indrukwekkende Duitse verzameling: de collectie Wagener. Deze collectie bevat ongeveer 8.000 stukken, waaronder ook autografen en unieke drukken.
Aangevuld met een niet te onderschatten aantal schenkingen en met diverse aankopen, geniet de bibliotheekverzameling vanaf het begin van de 20e eeuw grote waardering in binnen- en buitenland.
In de loop van de 20e eeuw focust de collectievorming zich meer op het lokale erfgoed, gaande van de aankoop van de collectie Sint-Goedele, ca. 450 muziekhandschriften uit de 18e eeuw, afkomstig van de Brusselse Sint-Goedelekerk, later de Sint-Michielskathedraal, tot de overname van de verzameling van het voormalige informatiecentrum Belgische muziek, CeBeDeM.
In de vroege jaren 1960 wordt beslist om de collectie officieel voor iedereen toegankelijk te maken. Op die manier kan de bibliotheek beantwoorden aan de vraag vanuit de maatschappij om toegang te krijgen tot de verzameling bladmuziek.
Op 9 september 1966 wordt het Brusselse Conservatorium gesplitst in twee autonome instellingen voor hoger muziekonderwijs. De gevolgen voor de bibliotheek blijven evenwel beperkt want de collectie werd niet verdeeld. Integendeel, het Koninklijk Besluit van 30 januari 1970 vertrouwt de gemeenschappelijke collectie toe aan het collegiaal gezag van de directies van de beide Brusselse Koninklijke Conservatoria.
In de fusiegolf die volgt op het Hogeschooldecreet van 13 juli 1994 wordt het Koninklijk Conservatorium Brussel een departement, later een School of Arts, van de Erasmushogeschool Brussel. Onder impuls van de hogeschool wordt in de loop van de latere jaren 1990 een elektronische bibliotheek uitgebouwd, die op heel veel vlakken complementair is aan de erfgoedcollectie. Beide collecties ondersteunen het onderwijs, het onderzoek en de musiceerpraktijk.